De wedergeboorte van de ER II
Toen de ER II in 2019 bij ons museum arriveerde kwam hij in onderdelen aan als resultaat van een ruilactie.
Waarschijnlijk hebben de vrijwilligers van toen zich niet ten volle gerealiseerd waar ze aan begonnen en hoelang de restauratie ging duren. Maar ze waren wel enthousiast gemaakt door ronkende filmpjes op YouTube en zo. Dus aan de slag, maar waar begin je met zo iets?
Met de basishandelingen: inventariseren en schoonmaken. Hebben we alles? en zijn alle onderdelen aanwezig?
Al snel bleek dat de zuiger verkeerd was gemonteerd evenals de krukas, het vliegwiel loszat en dat een lager deksel was gescheurd en provisorisch gerepareerd. Er was dus een “nieuwe“ nodig uit het circuit. Tapeinden zaten met tape vast. Heel veel moeren ontbraken en dat is bij een Kromhout motor geen sinecure. Die vind je niet bij de ijzerhandel op de hoek. Het smeerolieorgel werd volledig gedemonteerd en hersteld en alle koelwaterpoorten geragd. Het drijfstanglager weer opnieuw afgesteld en de zuigerveren nagekeken.
Kortom een bulk werk waar een groot deel van 2020 en 2021 aan is besteed tussen de andere werkzaamheden door. Daar kwam bij dat er eigenlijk geen goed idee was hoe verder te gaan. Waar gaan we de motor neerzetten en hoe doen we dat? En daarbij zou toch heel mooi zijn als de motor ook zou kunnen draaien. Want dat was allerminst zeker.
Toen de weg vooruit eenmaal duidelijk was en er zicht kwam op wat te doen ging het snel. De motor is eerst in de werkplaats provisorisch opgebouwd en opgemeten. Vervolgens is de metalen fundering ontworpen. Lekker zwaar, want we hadden geen idee welke krachten er zouden kunnen vrijkomen als het vliegwiel van ruim 1300kg eenmaal ging draaien. En er moest nog een steun komen voor het buitenboordlager.
Maar het lukte, dus iedereen blij. Na het uitharden van het beton kon de assemblage pas echt beginnen. Met hulp |van een driepoot, takels, veel mankracht en nog veel meer inventiviteit.
Het begin was relatief makkelijk: de basis plaatsen en vastbouten. Het carter er bovenop en daarop de cilinder. Het begon zowaar iets te lijken. Met de driepoot en takel de zuiger met drijfstang er in gehesen en nu wel in de juiste positie, om vervolgens het drijfstanglager met de krukas te koppelen.
Krukas lagers met latoenkoper op speling gezet. Draait mooi. En dan het klapstuk: het vliegwiel!! Vraag niet hoe, maar uiteindelijk is dat gelukt!! Het buitenlager op zijn sokkel gezet en de drie lagers op een rij uitgelijnd door de maat tussen de krukaswangen te meten. Vervolgens de manshoge knalpot geplaatst.
We wilde zo langzamerhand wel eens weten of de motor überhaupt zou willen draaien. Dus startluchtsysteem aangebracht en alvast een brandstoftankje. Een gasbrander voor het voorverwarmen en een startklep. Eerst maar eens alleen op lucht. Kijken of hij draaien wil en ja hoor, april 2024 maakte de ERII zijn eerste klappen. Ruim 4 jaar na de aankomst van de motor bij de Kromhout. Hoera! Dus we kunnen door niet wetende dat het nog eens 1,5 jaar zou duren.
En dat hebben we geweten. Wat lek kon zijn was lek. Ook niet zo gek na 100 jaar. We hebben zo’n beetje alle flens- en koordafdichtingen vervangen. Voor de warmte afvoer gebruiken we een gietijzeren ledenradiator. En er is een open expansievat in het systeem opgenomen met vlotter om het watergebruik te monitoren. Daarmee was technisch gezien het project afgerond.
Maar we waren natuurlijk pas echt tevreden toen ook de schilder was langs geweest en we met trots de ERII aan de collectie van het museum konden overdragen.
Dit is werkelijk een project van het hele museum geweest. Praktisch elke vrijwilliger heeft op een of andere manier zijn of haar steentje bijgedragen en daar zijn we met ons allen heel trots op.